Toelichting Algemene Dekkingsmiddelen
Onroerendezaakbelasting
Voordeel € 97.000
In 2024 heeft de raad besloten de ozb jaarlijks met 3% te verhogen. Deze stijging is verwerkt in onze meerjarenraming. We verwachten daarnaast een stijging als gevolg van areaaluitbreiding (meer woningen). Hierdoor hebben we de begroting met € 97.000 naar boven bijgesteld.
Toeristenbelasting
Nadeel € 50.000
De verwachte overnachtingen bij de Lommerbergen zijn bijgesteld op basis van de actuele inschattingen, onder andere in verband met een tijdelijke sluiting van het zwembad gedurende 2 weken in 2026. In verband hiermee zijn de inkomsten toeristenbelasting in 2026 met € 50.000 neerwaarts bijgesteld.
Lastenverlichting
Nadeel € 105.000
Analoog aan de afgelopen drie jaren geven we in 2026 een lastenverlichting van € 18 per huishouden (50% van € 36 uit 2025). Deze dekken we uit het begrotingssaldo 2026. Voor 2027 en verder passen we nu geen lastenverlichting toe op basis van het huidige beeld van de meerjarenbegroting.
Gemeentefonds
Voordeel € 2.152.000
Met de voorjaarsnota van het Rijk worden gemeenten enigszins gecompenseerd. Dit betekent voor de begroting 2026 dat de autonome stijging in de lasten slechts gedeeltelijk door het Rijk wordt gecompenseerd.
In de Voorjaarsnota heeft het Rijk een eerste stap gezet in de tegemoetkoming van de kosten voor jeugdhulp (op basis van het rapport van de commissie Van Ark). Dit heeft geleid tot een positieve bijstelling tot en met 2027. Begin 2027 zal een nieuwe commissie een inschatting maken voor compensatie vanaf 2028.
Daarnaast zien we dat het Rijk vanaf 2028 onttrekking uit het Gemeentefonds heeft ingeboekt, die we in de begroting moeten opvangen. Wederom een bezuiniging op het gemeentefonds. Het ravijn 2026 is daardoor deel gedempt, maar ook verbreed.
Op basis van de meicirculaire Gemeentefonds 2025 ontvangen we in de jaarschijf 2026 € 2.152.000 meer uit het fonds. Dit kunnen we als volgt specificeren:
Jeugdzorg
Op basis van het rapport van de deskundigecommissie Van Ark compenseert het Rijk vanaf 2025 50% van het tekort op de jeugdzorg. Voor Beesel gaat het in 2026 om € 359.000.
Daarnaast is het ingroeipad voor de invoering van de hervormingsagenda voor 2026 en 2027 afgevlakt. In 2026 is de onttrekking uit het Gemeentefonds a.g.v. de hervormingsagenda afgenomen met € 426.000 (2027 € 395.000). Deze bedragen brengen we in mindering op de taakstelling voor de hervormingsagenda jeugdzorg. Dit is voor de begroting budgetneutraal.
De invoering van het hervormingsagenda is hiermee deels verschoven naar 2028.
Vanaf 2028 kort het Rijk het Gemeentefonds structureel voor drie regelingen die samenhangen met de jeugdzorg:
- Een korting van € 219.000 i.v.m. eigen bijdrage voor de jeugdzorg. We ramen hiervoor € 219.000 aan eigen bijdrage op de jeugdzorg. Dit is budgetneutraal.
- Voor sturen op trajectduur jeugdzorg € 57.000. We verhogen de taakstelling voor de hervormingsagenda jeugdzorg met € 57.000. Dit is eveneens budgetneutraal.
- Voor indexering van de hervormingsagenda € 427.000. Deze korting komt ten laste van het begrotingssaldo.
WMO
Conform de meicirculaire wordt de invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de Wmo uitgesteld tot 2027 (was 2026). De korting 2026 van € 192.000 komt daarom te vervallen.
Demping terugval Gemeentefonds
Voor de demping van een deel van het ravijn 2026 ontvangen we vanaf 2026 € 342.000.
Loon- en prijsontwikkeling (LPO)
Voor LPO, accres en overige ontwikkelingen ontvangen we vanaf 2026 € 835.000.
Saldo Financieringsfunctie (Rente)
Nadeel € 230.000
Tot en met 2025 was het saldo van de financieringsfunctie positief. Dit saldo bestond uitsluitend uit rentebaten, voortkomend uit enkele verstrekte leningen en het stallen van overtollige middelen in de Schatkist. Daarnaast hebben we nog 1 gemeentelijke lening (€ 4 mln.). Deze wordt volledig afgelost in 2025. Naar verwachting gaan we deze herfinancieren eind 2025. Op dat moment gaan we rente betalen.
Naar huidig inzicht hebben we voor de komende periode van de meerjarenbegroting onvoldoende eigen middelen om aan de financieringsbehoefte te voldoen. Vanaf 2026 worden langlopende leningen aangetrokken ter financiering van de uitgaven en wordt het saldo van de financieringsfunctie negatief (rentelasten > rentebaten).
We bekijken op het moment dat aanvullende financiering nodig is hoe we deze invullen (kasgeldleningen of langlopende leningen). Hierbij houden we rekening met de renterisiconorm uit de wet Fido. Deze aanpak draagt bij aan een stabiele financieringsstructuur en minimaliseert het risico op rentewijzigingen en herfinanciering. De rentelasten actualiseren we jaarlijks op basis van het actuele rentetarief en de financieringsbehoefte.